HET ESDORP
Het esdorp

Wie spreekt van Het Drentse dorp bedoelt vaak een esdorp met zijn eeuwenlange geïsoleerde ligging op het Drents zandplateau tussen de moerassen. Hier wonen sinds de oudheid de eigenlijke Drenthen.

Het esdorp werd aanvankelijk alleen door boeren bewoond. Ook de dominee, pastoor en de schout waren naast deze functie boer.
Wel waren er boeren die speciale kundes hadden en wierpen zij zich op als bijvoorbeeld timmerman.
In een esdorp woonden vaak niet meer dan een 400 mensen. Tussen de dorpen woonde nagenoeg geen mensen aan de doorgaande wegen.

Horige hoeven zoals in Overijssel en zuidelijker kende men niet. Wel Havezathes en "Huizen". Huis te Ansen, Huis te Drocht enz.

De boerderijen stonden kriskras door elkaar om een brink. De brink was bij de Marke in gezamenlijk bezit. De Marke had heel veel veelal niet ontgonnen gronden ook buiten het dorp als de heidevelden. De markes bestaan al heel lang. Het is mogelijk dat ze al bestaan voor Christus in de Keltische periode.
Om het dorp lagen vaak meerdere essen.
De wegen in het esdorp lijken vaak toevallig aangelegd, voor de aardigheid maar eens kijken in hegt dorp Lhee.
De buiten de dorpen gelegen markegronden (veelal heide) zijn vaak omstreeks 1850 door de overheid aangekocht. Zij zag dat anders de heidevelden nimmer ontgonnen zouden worden.

De kerken werden gebouwd door monniken. De kerken stonden niet midden op de brink, doch aan de rand van de brink. Hierop is slechts één uitzondering: De kerk van Anloo staat midden op de brink. In Havelte staat de kerk juist buiten het dorp. Niet ondenkbaar is dat de Havelters niet zoveel op hadden met de kerk en het dorp zelf was van de marke. Het argument kan geweest zijn, zet de kerk maar buiten het dorp daar is nog wel een plaatsje vrij. Kennelijk werden de dorpen eerst gesticht en pas later kwamen er met de intrede van het Christendom de kerk . Het Christendom kwam pas laat in Drenthe. Pas omstreeks 1139 wordt in schriftelijke oorkondes gerept over Drentse kerken.

De boerderijen lagen vaak tussen begroeiingen. Vanaf de buitenkant leek het dorp vaak op een bosje. Op een boerenerf stonden vaak maar zo 40 eiken als productiehout.