DE RECHTSPRAAK
De rechtspraak

De rechtspraak is al heel oud in Drenthe, al heel lang kan worden vermoed dat er ten aanzien hiervan een geordende samenleving was, ook al ten tijde van Karel de Grote (800). Over een groot gebied ook naar het oosten toe in Duitsland kenden men Drosten.

De Katholieke kerk had later de rechtspraak in handen. Vanaf de elfde eeuw viel het onder bestuur van de bisschop van Utrecht. De bisschop had dat voor Drenthe weer ingericht in zes dingspillen met goorsprake en het rocht. Dit ontwikkelde in de late middeleeuwen zich weer tot de etstoel van Drenthe met de drost en 24 etten. De 24 etten, waarvan er ieder jaar 12 moesten aftreden, werden gekozen door de stemgerechtigden uit Drenthe en wel uit ieder van de zes Dingspellen 4 afgevaardigden, Het Drentse landrecht van 1412 vermeld reeds, dat de Etstoel jaarlijks drie vergaderingen hield. Deze werden meestal in de openlucht gehouden en bij slecht in een kerk, zoals die van Rolde of Anlo. Later werden de vergaderingen in het klooster van Assen gehouden.
Uiteindelijk ontwikkelde de Etstoel zich tot een onafhankelijk orgaan met lekenrechtspraak. De etstoel functioneerde tot 1 maart 1811, vanaf dat moment zijn de nationale regelingen van kracht. Wel gaven de nationale regelingen nog strubbelingen, voordat het één geheel werd duurde het toch nog enige tijd. Vanaf 1814 hebben we meerdere grondwetten gehad. De huidige Nederlandse grondwet is ingevoerd in 1848.
De laatste drost was Sigismund Pierre Alexander, graaf van Heiden Reinstein vanaf 1776, van hem is bekend dat hij goed was ingevoerd in Haagse kringen. Den Haag had de touwtjes toen ook al goed in handen.
Er waren meerdere functies, in verband met de vele huidige straatnamen in de vele Drentse dorpen ga ik een aantal functies nader toelichten.
De drost, altijd van adel, stond aanvankelijk aan het hoofd van de rechterlijke en bestuurlijke macht, een soort huidige commissaris der koningin.
De landschrijver, hij was meer griffier, secretaris en incasseerder van boetes
De schulte was een overheidsdienaar een soort burgemeester, ook al een soort hoofd van politie/officier van justitie en was actief in een gebied dat veelal samenviel met de Parochie. Hij was de wereldlijke tegenhanger van de pastoor.
Het rocht was een getuigenverhoor
De scherprechter was de man die de lijfstraffen uitdeelde.
Het ding is de rechtszitting
De Etstoel was de rechtbank en het bestuurlijk orgaan, je had 24 etten en één drost
Ette. Je kon ette worden als je eigenerfde was en voldoende carolus guldens had, eerst 500, later 1500.
Lotting, rechtszitting, deze werd op meerdere plaatsen gehouden, Balloo, Rolde, Anloo, vanaf 1688 te Assen
Sinds 1658 bestaat er een reglement voor de advocaten, voordien waren er wel Drentse advocaten, doch daar ligt een wit stuk geschiedenis.
De doodstraf stond onder andere op het plegen van moord, doodslag, wanneer een overeenkomst tot vrede werd verbroken, verkrachting, diefstal met betrapping op heterdaad en verraderlijke brandstichting .
Ruinen en Ruinerwold hadden, onder leiding van de Heer van Ruinen, hun eigen “Heerlijke rechtstspraak”. Een klein deel van het huidige Overijssel hoorde ook daarbij. Ruinen had voor de uitvoering van doodvonnissen een galgenpaal op de Galgenberg staan tussen Pesse en Ruinen. De laatste die is ter dood gebracht was een aanrander uit Dwingeloo. Om te voorkomen dat de ter dood veroordeelde het nog ooit weer zou kunnen doen werden de edele delen in brand gestoken.