DRENTS LANDSCHAP
Indeling van de Drenste dorpen door mr. A. Kleijn


Zolang er mensen op aarde leefden, zijn er ook nederzettingen geweest.

Door de vroegere rust en isolement voegde geslacht aan geslacht ieder het zijne aan het dorp toe. Langzaam en geleidelijk vormde zich het uiterlijke beeld.

Drenthe behoorde tot de vroegst bewoonde gebieden van ons land. Ook de geschiedenis van de nederzerttingen gaat dus terug in een ver verleden.

Zoals met veel gebieden gebeurde is ook Drenthe ontwikkeld tot een bloeiende provincie. Kijk je naar vroeger, prenten, kerkregisters, geschriften, indeling van de dorpen enzovoorts dan is er nog veel te ontdekken van hoe het vroeger geweest is.

Met name na het jaar 1000 nam de bevolking in heel europa zo toe dat men ook de minder voor de hand liggende gebieden nodig had. Enorme groepen boeren verhuisden om elders de landbouw te gaan uitoefenen. In diezelfde tijd waren de Friezen op scheepvaart gebied een machtig volk, zowel op de binnenvaart als op de zeevaart.
Dit aspect maakt het dat het economisch gezien interessant werd ook Ruinerwold te ontwikkelen.

Behalve Meppel en Coevorden waren er geen steden in Drenthe

Drenthe is grof in te delen in een viertal soorten van gebieden die onderling vrij sterk van nederzetiingsvorm afwijken:


Het esdorp, als Ruinen, Lhee, zweeloo

Het streekdorp, als Ruinerwold, Wapserveen, Schoonebeek

De veenkolonie, als Gasselternijveen, Erica, Hoogeveen, Smilde

De ontginningskolonie, als Witteveen, Veehuizen, Zeijerveld



Het bodemrelief is voor een groot deel de oorzaak van de indeling als hiervoor geschetst. Het stamt voor een groot deel van na de ijstijd.
Door de ijstijd kreeg je een echt smeltwater-landschap met moeras gebieden, heuvelruggen en gjetsjer kuilen.

Het midden van de provincie ligt hoger dan de randen, zodat de beken, die in het centrum ontspringen afvloeien naar de lager gelegen gebieden. Het Ellertsveld ligt op zo'n 20 meter hoogte. Meppel op ongeveer 0 meter. Emmen ligt op 30 meter.

Westelijk van Coevorden zet zich het hoogveengebied langs de zuidgrens van de provincie voort.

Oostelijk van de Hondsrug ligt een uitgestrekt en uitermate vlak hoogveengebied. Deze hoogveengebieden vormden een onoverkomenlijke barriere, het was ook een ideale grensafsluiting.

Tussen het westen Meppel en dan oostwaarts via Ruinen naar Coevorden en vervolgens naar het huidige Duitsland en omgekeerd ontstond volop verkeer.

De bewoonbaarheid van de verschillende streken hangt nauw samen met de beschikbaarheid van water en de afvoer daarvan. Naarmate de waterhuishouding beter is geregeld wint het land aan bewoonbaarheid. Met name dit aspect heeft Drenthe door de eeuwen gemaakt voor wat het is geworden.

In de oudheid was Drenthe een veel bosrijker gebied met oeverlanden aan de beekjes en graslanden met kreupelhout. Als weideland was het pas te gebruiken nadat het vele kreupelhout en berken was gekapt.
Ook op de hoge zandgronden langs de randen van het veen kwam veel bos voor, getuige het vele kienhout.

Omstreeks 1700 voor Christus verandert het klimaat van een daarvoor nat klimaat in een meer droog klimaat en neemt de boomgroei weer af. Uiteindelijk krijg je op het Drents plateau de uitgestrekte heidevelden.

Naarmate de bevolking toeneemt door het toepassen van nieuwe technieken zie je dat de bevolking alsmaar verder toeneemt. Naast de esdorpen krijg je dan vervolgens de streekdorpen, vervolgens de vervening en later de ontginningen.

De eerste bewoners van Drenthe waren jagers. Daarna kreeg je ze zogenaamde verzamelaars en werd hij vanaf zo'n 3000 jaar voor Christus boer.

De Drentse ontwikkeling begint zo omstreeks 3000 tot 1500 voor Christus. De "huizen" werden toen al gebouwd op een manier zoals die eeuwen later nog te zien was. De huizen waren vlechtwandhuizen en waren de voorlopers van de later Saksische boerenhuizen.
De vlechtwandhuizen waren op z'n grootst een 5 bij 7 meter en hadden maar één ruimte zoals ook de eerste Saksische boerenhuizen.
De manier van huizen bouwen vond plaats in een heel groot gebied tot in Denemarken toe.

Al vroeg had men tarwe, gerst, paarden kleinvee enzovoorts.

Ook de familie Slomp zie je ontwikkelen in dit landschap.